Back-ups

Van applicaties worden in alle omgevingen back-ups gemaakt van de databases en mediafile folders. Het is niet nodig om back-ups van de webservers te maken, omdat deze automatisch opnieuw kunnen worden gedeployed en geen persistente gegevens bevatten. De databases en media files zijn op seperate clusters opgeslagen.

• Back-ups hebben betrekking op de databases en mediafile folders van projecten.
• Back-ups hebben betrekkingen op alle omgevingen.
• Back-ups worden twee keer per etmaal gemaakt in de context van Disaster Recovery, betekent dit een Recovery Point Objective (RPO) van 12 uur. Deze back-ups zijn opgeslagen op een aparte server in hetzelfde datacenter en worden 2 dagen bewaard.
• Eén keer per dag wordt een ander type back-up gemaakt. Deze back-ups worden in twee datacenters opgeslagen (één kopie bevindt zich dus op een andere locatie). Voor het maken van deze back-ups wordt een schema gevolgd van zeven dagen, vier weken en twaalf maanden. Dit wil zeggen dat de dagelijkse back-up zeven dagen wordt bewaard. Vervolgens wordt de back-up van de achtste dag verwijderd. Uitzondering hierop vormen de back-ups van zondagen. Hiervan worden vier exemplaren bewaard. Ook wordt de back-up van de laatste dag van de maand bewaard. Hiervan worden twaalf exemplaren bewaard.
• Op werkdagen wordt gecontroleerd of het back-up proces goed is verlopen. Indien dit niet het geval is, wordt dit als PRIO2 storing gemeld. Er wordt naar gestreefd om het probleem nog diezelfde dag te verhelpen, zodat de volgende back-up zonder problemen kan verlopen.